Eindstation ‘de hel van Brüx’
Een impressie van een krijgsgevangenschap in Brüx (destijds Tsjechoslowakije) waar naast enkele personen uit onze regio ook de Tegelenaar Alois Probst tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef. Zijn verhaal kan als exemplarisch worden beschouwd. Na zijn behouden thuiskomst legt hij dit verblijf namelijk uitvoerig en bijzonder beeldend vast op schrift; een aangrijpend verhaal.
Gedurende ongeveer twee jaar worden er circa 1200 Nederlanders tewerkgesteld in de Sudetenländische Treibstoffwerke Hermann Göring en ondergebracht in een van de vele internationale kampen rond het fabriekscomplex. In het bedrijf wordt uit bruinkool brandstof gefabriceerd voor het leger. Met name de vele bombardementen van de westelijke geallieerden en de allerbelabberdste omstandigheden waarin de gevangenen
moeten zien te overleven, maken dit verblijf legendarisch. Terecht dan ook de benaming ‘de hel van Brüx’.

Alois’ dochter Leny Probst en haar echtgenoot Jacques Crins gaan jaren later, daartoe aangezet door de grote vraag naar informatie door nabestaanden van slachtoffers, op zoek naar achtergronden. Ze bezoeken archieven en Leny verwerkt literatuur, documenten, foto’s, dagboekfragmenten, brieven en tekeningen van slachtoffers tot een boek. Hun zoektocht voert tevens naar Tsjechië, onder andere naar de archieven van de Sudetenländische Treibstoffwerke, het huidige Unipetrol. In Tsjechië wacht hen een warm welkom met verrassende ontdekkingen. Het door Alois Probst opgetekende verhaal, aangevuld met interessante wetenswaardigheden en achtergronden bij de oorlog, heeft geleid tot het boek en deze presentatie van Leny.

Leny Probst (Tegelen, 1950) was gedurende 40 jaar lerares op Basisschool St.-Jozef te Tegelen. Na jarenlang intensief onderzoek publiceerde ze in 2018 het boek “Eindstation de hel van Brüx”.